Blog voor boek Help ik word vijftig
Schrijven betekent ook schrappen. Dat weet iedereen die ooit eens iets aan het papier (of het beeldscherm) heeft toevertrouwd. En hoe vaker je met een tekst bezig bent, hoe beter dat schrappen je afgaat. Kritisch zijn op een eigen tekst is dan ook niet erg, zolang je wel ooit tot een afronding kunt komen natuurlijk.
Dat geldt (vooral) ook voor een boek. Wanneer is iets klaar? Als jezelf tevreden bent (mmm.. dat wordt een erg lange deadline), je meelezers of degene die de eindredactie doet? En hoe dik moet je uitgave worden? 100 pagina’s, 200, meer? Wanneer is iets echt af? En hoe zorg je ervoor dat het leuk genoeg blijft om te lezen.
Veel schrijvers, en daar schaar ik mijzelf ook onder, schrijven ’s nachts hele verhalen op. In hun hoofd wel te verstaan. De hoofdpersonen uit je story gaan leven, spreken tegen je. En zeggen dan ook wat ze beslist wel of niet zouden doen. De volgende dag is het dan aan jou om je verhaallijn weer volgens die nachtelijke fantasie aan te passen, in te korten. Soms lukt dat niet. Omdat je het druk hebt, of omdat je eenmaal achter je beeldscherm opeens een ander briljant, of minder fantastisch maar in jouw ogen nog steeds te gek, idee hebt. En daar moet je weer over nadenken natuurlijk. Een andere keer schieten de woorden alsnog uit je toetsenbord tevoorschijn. En heb je zo weer enkele Word-pagina’s of web-schermen vol geschreven.
Zelf schrijf ik het beste onder druk. Als het af moet, als ik een deadline moet halen. Dat geldt voor mijn werk, maar zeker ook voor mijn hobby: het schrijven van boeken. Zoals vandaag. Vandaag moest dit blog af. En het is mij nog gelukt ook. Nog xxxx blogs te gaan…